Conclusie A-G over rechterlijke toetsing van niet-bestraffende bestuurlijke maatregelen aan het evenredigheidsbeginsel 

22-07-2021

Op 7 juli 2021 hebben de staatsraden advocaat-generaal Widdershoven en Wattel een conclusie genomen over de indringendheid van de rechterlijke toetsing van niet-bestraffende bestuurlijke maatregelen en de betekenis van het evenredigheidsbeginsel daarbij. De conclusie is gevraagd naar aanleiding van een drietal concrete zaken: twee zaken waarin de burgemeester een woning heeft gesloten voor zes tot twaalf maanden na het aantreffen van drugs in de woning en één zaak over de invordering van een last onder dwangsom wegens herhaalde illegale verhuur van een woning (omzetting van een zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimten in strijd met de Huisvestingsverordening). 

De afgelopen jaren stond de evenredigheidstoetsing door de rechter al vaker ter discussie. Met name na de toeslagenaffaire is het geluid ontstaan dat de bestuursrechter niet voldoende bescherming bood tegen onevenredige besluiten. 

Lees verder

Afbakeningsgeschillen in de Gezondheidszorg: ‘van het kastje naar de muur’?

Per 1 juli verschijnt de bundel “Juridische vragen in het sociaal domein”. Onze advocaten Wouter Koelewijn en Bas Wallage hebben een bijdrage geleverd aan deze bundel. Wouter en Bastiaan gaan in deze bijdrage in op de verschillende stelselwetten die onderdeel uitmaken van het Nederlandse gezondheidsstelsel en de daarbij komende afbakeningsproblematiek. De bijdrage die Bastiaan en Wouter hebben geschreven heeft de volgende titel: Afbakeningsgeschillen in de gezondheidszorg: ‘van het kastje naar de muur?’
 
De redacteuren van dit boek prof. mr. dr. G. Boogaard, mr. dr. C.B. Modderman en mr. drs. T.H.G. Robbe behandelen in deze bundel vraagstukken, waarvan vanuit de praktijk is aangegeven dat die van een wetenschappelijk antwoord zou moeten worden voorzien. De bundel is daarmee een belangrijke aanvulling op het onderzoek en evaluaties die er liggen en slaat een brug tussen praktijk en wetenschap. Wilt u de bundel bestellen? dat kan. ga naar https://lnkd.in/dNv_3-C

Resultaatgericht indiceren van Wmo-begeleiding is niet mogelijk

De Centrale Raad van Beroep (hierna: ‘CRvB’) heeft zich in het verleden verschillende keren uitgelaten over het resultaatgericht indiceren van huishoudelijke hulp onder de Wmo 2015. Resultaatgericht indiceren, wat inhoudt dat hulp niet wordt toegekend in uren maar in een te behalen resultaat (onder meer een schoon en leefbaar huis), is medio juni 2021 voor gemeenten niet mogelijk. Wat onduidelijk bleef was of deze rechtspraak zich ook uitstrekte tot andere voorzieningen binnen het sociale domein. De CRvB heeft hierover uitsluitsel gegeven in een uitspraak over individuele begeleiding op grond van de Wmo 2015.

Zie ook: https://www.vbk.nl/legalupdate/resultaatgericht-indiceren-van-wmo-begeleiding-niet-mogelijk

Lees verder

Jeugdwet biedt geen ruimte voor inkomenstoets

In de praktijk komt het voor dat ouders van een jeugdige de jeugdhulp aan hun kind verzorgen (veelal individuele begeleiding) op grond van een persoonsgebonden budget. Op grond van artikel 8.1.1 lid 3 van de Jeugdwet is het aan de gemeenteraad om bij verordening te bepalen onder welke voorwaarden een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, zodat jeugdhulp kan worden verleend door een persoon uit het eigen netwerk. De Rechtbank Rotterdam heeft in het verleden in een aantal uitspraken hierover geoordeeld dat het college geen persoonsgebonden budget hoeft te vertrekken voor de hulpverlening door een ouder als het gezinsinkomen toereikend is. Vervolgens leek ook de Centrale Raad van Beroep in haar uitspraak van 17 juli 2019 dit uitgangspunt te bevestigen. 

Zie ook: https://www.sociaalweb.nl/jurisprudentie/jeugdwet-biedt-geen-ruimte-voor-inkomenstoets

Lees verder

Afdeling vraagt conclusie aan A-G Widdershoven over rechtelijke toetsing van bestuurlijke maatregelen aan het evenredigheidsbeginsel

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: ‘Afdeling’) heeft een conclusie gevraagd aan staatsraad advocaat-generaal Widdershoven (hierna: ‘A-G’) over hoe indringend de bestuursrechter bestuurlijke maatregelen moet toetsen en wat daarbij de betekenis is van het evenredigheidsbeginsel. Bij bestuurlijke maatregelen kunt u bijvoorbeeld denken aan een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom.

Lees verder

Autobezit en een bijstandsuitkering: wat zijn de regels?

De inlichtingenplicht binnen de Participatiewet is de laatste tijd vaak in het nieuws. Deze inlichtingenplicht houdt in dat de bijstandsgerechtigde mededeling (uit eigen beweging of op verzoek) moet doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem of haar duidelijk moet zijn dat dit van invloed kan zijn op het recht op bijstand. Onder deze inlichtingenplicht valt onder andere het (financiële) vermogen van de bijstandsgerechtigde. Als vermogen wordt aangemerkt de waarde van de bezittingen waarover de bijstandsgerechtigde beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, verminderd met de aanwezige schulden. De Participatiewet hanteert een vermogensgrens van € 6.295,00 voor een alleenstaande en € 12.590,00 voor een alleenstaande ouder of voor de gehuwden tezamen. Bij vermogen boven deze grens vervalt het recht op bijstand. Gemeenten vragen zich vaak af of de waarde van een auto als vermogen moet worden aangemerkt en valt onder de inlichtingenplicht. Het antwoord op deze vraag is bevestigend, maar er zijn uitzonderingen.

Lees verder

De Participatiewet: een onredelijke wet?

De afgelopen weken is er veel aandacht geweest voor de gevolgen die de uitvoering van de Participatiewet (hierna: ‘Pw’) door gemeenten, in een individueel geval voor een belanghebbende kan hebben. Het ging in die casus om een belanghebbende van wie de bijstandsuitkering op grond van de Pw werd teruggevorderd, aangezien zij bij de gemeente niet had opgegeven dat zij periodiek boodschappen ontving van haar moeder. Alhoewel artikel 58 lid 1 van de Pw weinig uitleg behoeft en de gemeenten dwingend voorschrijft dat de kosten van bijstand worden teruggevorderd, indien door een belanghebbende niet is voldaan aan de inlichtingenplicht, ontstond toch discussie over de redelijkheid van deze bepaling. Aangezien de Pw op dit onderdeel gemeenten weinig ruimte laat is de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland van 14 oktober 2019 in voornoemde casus goed te volgen. Het beroep is ongegrond. 

Zie ook: https://www.vbk.nl/legalupdate/de-participatiewet-een-onredelijke-wet

https://www.sociaalweb.nl/blogs/de-participatiewet-een-onredelijke-wet

Lees verder