Maandelijks archief: juli 2016

WETSVOORSTEL ‘WIJZIGING VAN DE WET OPENBAARHEID VAN BESTUUR IN VERBAND MET AANVULLINGEN TER VOORKOMING VAN MISBRUIK’ AANGENOMEN DOOR EERSTE KAMER

Op 12 juli 2016 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel ‘Wijziging van de Wet openbaarheid van bestuur in verband met aanvullingen ter voorkoming van misbruik’ (hierna:
‘het wetsvoorstel’). De wijziging van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: ‘Wob’) heeft voornamelijk tot doel om misbruik van de Wob te voorkomen. Met de wet beoogt de wetgever te voorkomen dat Wob-verzoeken worden ingediend die niet primair gericht zijn op het verkrijgen van informatie, maar gericht zijn op het innen van dwangsommen als een bestuursorgaan niet tijdig beslist. Zie ook: http://www.vbk.nl/kennis-delen/actualiteiten/wetsvoorstel-‘wijziging-van-de-wet-openbaarheid-van-bestuur-in-verband-met-aanvullingen-ter-voorkoming-van-misbruik’-aangenomen-door-eerste-kamer/

Lees verder

Onrechtmatig Wmo-beleid

Dit artikel is op 13 juli 2016 gepubliceerd in het Nederlands Juristenblad en is in samenwerking met Wouter Koelewijn geschreven.

In het licht van de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep waarin werd vastgesteld dat huishoudelijke hulp een voorziening is die onder de reikwijdte van de Wmo valt, wordt op grote schaal het Wmo-beleid herijkt terwijl tegelijkertijd massaal nieuwe aanvragen en herzieningsverzoeken worden ingediend. De vraag dringt zich daarbij op wat nu de rechtspositie is van Wmo-gerechtigden die eerder niet in bezwaar en beroep zijn gegaan. Loopt deze grote groep Wmo-gerechtigden nu tegen het leerstuk van de ‘formele rechtskracht’ aan of zijn er juridische mogelijkheden om de onherroepelijke beschikkingen alsnog open te breken?

http://njb.nl/blog/onrechtmatig-wmo-beleid-wat-nu.20273.lynkx

http://www.vbk.nl/kennis-delen/publicaties/onrechtmatig-wmo-beleid-wat-nu/

 

Artikel 4.1 Wro: onduidelijkheden voor de rechtspraktijk door een onzorgvuldig wetgevingsproces

Dit artikel is op 26 juni 2016 gepubliceerd in de de Gemeentestem (Gst. 2016/83) en is in samenwerking geschreven met Rudolf van Binsbergen.
Op grond van artikel 4.1 Wet ruimtelijke ordening (Wro) hadden provincies tot en met 1 oktober 2012 de mogelijkheid om bij provinciale verordening regels te stellen die zagen op artikel 2.12 lid 1 sub a, onder 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Dit artikel geeft een grondslag voor buitenplanse afwijking van bestemmingsplannen volgens de uitgebreide procedure. De tijdelijke planologische afwijking die tot 1 november 2014 was opgenomen in artikel 2.12 lid 2 Wabo viel niet onder de reikwijdte van artikel 4.1 Wro. De provincie mocht tot 1 oktober 2012 dus wel regels stellen ten aanzien van de mogelijkheid om planologisch af te wijken van een bestemmingsplan, maar niet als die afwijking slechts voor bepaalde tijd werd toegestaan. De wetgever vond dit onwenselijk en heeft artikel 4.1 Wro om die reden willen aanpassen. Door onzorgvuldigheden bij het wetgevingsproces zijn er tot op heden onduidelijkheden over de bedoeling van de wetgever. Het wetgevingsproces ter wijziging van artikel 4.1 Wro is ons inziens dan ook aan te merken als één van de recente voorbeelden waarbij de wetgever onzorgvuldig heeft gehandeld en onderweg het overzicht is kwijtgeraakt. In dit artikel zullen wij het wetgevingsproces bespreken en de onduidelijkheden voor de rechtspraktijk schetsen.