Drama in Syrië vereist actie VN – en wel nú

Dit artikel werd op donderdag 2 januari 2014 gepubliceerd in de Trouw en werd geschreven in samenwerking met Caspar ten Dam. Klik hier om het originele artikel te lezen, baswallage.

Afgelopen oktober sturen wanhopige burgers van de Syrische stad Mouadamiya een brief naar de internationale gemeenschap. Sinds ongeveer een jaar is de stad belegert door in handen van rebellen bezet gebied. Zo wordt de stad belegerd en aangevallen door soldaten van het leger. De toegang tot medische zorg, voedsel en elektriciteit is volledig afgesloten. ”We zijn geraakt door raketten, granaten, napalm, witte fosfor en chemische wapens”, schrijven de inwoners. Volgens de Syrische Nationale Raad dreigen 12.000 inwoners van deze stad te overlijden aan het conflict door de belegering en doelbewuste uithongering. Veel inwoners bezwijken aan een gebrek aan eten. Zo zijn veel inwoners inmiddels gedwongen om de bladeren van bomen te eten. De speciaal gezant voor humanitaire noodsituaties bij de Verenigde Naties, Valerie Amos, melde begin oktober dat nog altijd duizenden mensen in Mouadamiya opgesloten zitten. Volgens haar hebben de hulpteams van de Verenigde Naties geen toegang gekregen tot de stad.

Naast de burgers die zich nog steeds midden in het conflict bevinden zijn er naar schatting ruim 5 miljoen burgers gevlucht naar de grensgebieden. Veel westerse landen weigeren grote hoeveelheden vluchtelingen op te nemen.  Het gevolg is dat deze vluchtelingen dreigen te sterven aan de honger omdat de aanliggende landen de grote hoeveelheid vluchtelingen niet meer kan verwerken. Veel westerse landen, waaronder Nederland, zitten echter niet te wachten op een grote hoeveelheid vluchtelingen. Zo stelde staatssecretaris Teeven: “Nederland houdt de grens dicht voor vluchtelingen uit Syrië. Er is totaal geen sprake van een noodzaak tot een ruimhartigere opvang”. Indien de grootste humanitaire ramp van de afgelopen tijd voor Teeven al niet voldoende is om ruimhartig vluchtelingen op te vangen, blijft enkel de conclusie dat het beleid van Teeven in geen enkele situatie ruimhartig zal zijn.

De oorlog in Syrië is momenteel al jaren bezig. Naar schatting zijn er meer dan honderdduizend burgers overleden. Een deel van de internationale gemeenschap heeft met de oprichting van het Internationaal Strafhof  willen aangeven dat mensen die zich schuldig maken aan misdaden tegen de menselijkheid hun straf niet moeten kunnen ontlopen. De president van Syrië, Bashar al-Assad, die hoogstwaarschijnlijk duizenden mensen heeft laten vermoorden zit nog steeds op zijn troon. Naar onze mening zou de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een resolutie moeten aannemen waarbij  de vergadering de oorlogsmisdaden van het regime in Syrië veroordeelt. Ook zou de VN Veiligheidsraad moeten ingrijpen om de burgers in Syrië te beschermen. Indien noodzakelijk, dan met proportioneel geweld. De internationale gemeenschap is pas geloofwaardig indien zij zich actief inzet om de oorlog in Syrië te beëindigen en de verdachten te berechten door het internationaal strafhof. Het feit dat dit voorstel door een deel van de internationale gemeenschap wordt weggelachen toont aan dat de internationale politiek niet veel verder is als net na de Tweede Wereldoorlog. Bij grootschalige massamoorden zou er eenduidig gereageerd moeten worden – desnoods in de vorm van humanitair ingrijpen zonder goedkeuring van de VN Veligheidsraad! Ook zouden meer westerse landen vluchtelingen moeten opnemen om nog meer burgerslachtoffers te voorkomen. Ondanks de na de Tweede- Wereldoorlog op papier gemaakte afspraken, zijn er momenteel al honderdduizenden burgers overleden. Dit aantal lijkt, bij gebrek aan daadkracht, alleen nog maar toe te nemen.