Dit artikel verscheen eerder in de DEMO jaargang 28 editie 2 en werd geschreven in samenwerking met Stas Verberkt.
Enige jaren geleden spraken wij een lokale bestuurder van D66 die tegen ons zei: “D66 begint een volwassen partij te worden”. Daarmee bedoelde hij dat de interne verkiezingen inmiddels, net zoals bij andere partijen, behoorlijk gestuurd worden met behulp van stemadviezen en voorselectie. Die opmerking is ons bijgebleven. Is D66 niet juist opgericht omdat de directe democratie verstikt dreigde te raken door dit soort technocratische mechanismen? Was dit niet precies waar wij – D66’ers – zo op tegen waren?
D66 is de partij van de bestuurlijke vernieuwing. Hans van Mierlo is de partij begonnen om zich te distantiëren van de toen al bestaande politieke partijen. In haar appel aan “iedere Nederlander die ongerust is over de ernstige devaluatie van onze democratie” uit 1966 schreef het initiatiefcomité D ’66 al dat de partijen verworden zijn tot ondoorzichtige instituten die een namenlijst insturen waarvan de kiezer geen benul heeft wie het zijn en waar ze voor staan. Is D66 tegenwoordig niet teveel gaan lijken op de andere politieke partijen? Zijn we de geest van Hans van Mierlo verloren?
Nu zullen we het politieke spel moeten spelen volgens de huidige regels en wetten, maar dat betekent niet dat we binnen de partij niet kunnen handelen volgens de regels van onze dromen. Het is te gek voor woorden als de volwassenheid van een partij opeens wordt gedefinieerd in termen van lijken op de andere partijen.
Soms lijkt het alsof we onze idealen toch een beetje vergeten. We hebben natuurlijk meer idealen, zoals het sociaal liberalisme, maar geen van deze idealen is zo typerend voor D66 als ons democratisch streven.
De processen voor het vormen van de partijprogramma’s zijn technocratisch aan het worden. Op dit moment stelt het Landelijk Bestuur een landelijke programmacommissie aan die de politieke programma’s en verkiezingsprogramma’s voor de nationale en Europese verkiezingen vaststelt. Dat er advies wordt gevraagd aan technocratische commissies is logisch. Als partij wil je degelijk advies van experts inwinnen. Technocraten horen echter niet de beslissingen te nemen. Het is van belang dat partijleden, die zich geroepen voelen om een bijdrage te leveren aan het programma, snel en toegankelijk kunnen participeren en niet moeten wachten tot zij een motie kunnen indienen op het congres.
Ook de opstelling van de kandidatenlijst van D66 is verworden tot een systeem dat gericht is op het afleveren van een efficiënt werkend team. Er wordt een volledige lijst als stemadvies aangeleverd. Dit technocratische streven heeft steeds minder met directe democratie te maken.
Voorstanders van de stemadviezen hebben het dan over “de partij bij elkaar houden”, omdat er straks als een fractie gefunctioneerd moet worden. Deze voorstanders vergeten hierbij de volledige essentie van democratie en zetten alle idealen overboord ten faveure van een leiderscultus.
Laten we de samenstelling van onze kieslijst zo gaan indelen zodat we er weer van kunnen dromen dit toe te passen op het landelijke kiesstelsel. Als er over de democratische idealen wordt gesproken, toont zich altijd het koor dat bezingt hoe moeilijk grondwetswijzigingen zijn en hoe pogingen in het verleden zijn mislukt. Zij tonen zich de zwakkeren die enkel voor de makkelijke winst wensen te gaan. Zonder idealen hoor je niet in de politiek thuis.
Het is tijd dat we ons weer realiseren dat wij de partij zijn met de naam “Democraten 66”. Laten we de interne democratie weer voorop stellen, zodat we niet op onze vijftigste verjaardag ons laatste restje idealisme overboord zetten. Laten we onze naam weer eer aan doen!