ONDERBOUWING AANWIJZING DOOR DE NZA AAN ENKELE ZORGVERZEKERAARS SCHIET TE KORT

Bron: http://www.vbk.nl/kennis-delen/actualiteiten/onderbouwing-aanwijzing-door-de-nza-aan-enkele-zorgverzekeraars-schiet-te-kort/

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) kan zorgverzekeraars en zorgaanbieders een aanwijzing geven indien de Wet Marktordening gezondheidszorg (Wmg), de Zorgverzekeringswet (Zvw) of de Wet langdurige zorg (Wlz) wordt overtreden. Op 15 januari 2016 oordeelde de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) in een drietal zaken (ECLI:NL:CBB:2016:1/2/3) dat de onderbouwing van een door de NZa aan enkele zorgverzekeraars opgelegde aanwijzing tot naleving van de Wmg onvoldoende onderbouwd was. Om die reden is de aanwijzing geschorst.

In de voornoemde aanwijzing droeg de NZa enkele zorgverzekeraars op om consumenten voortaan beter te informeren. Uit een onderzoek van TNS NIPO bleek namelijk dat sommige zorgverzekeraars wel tot 25% van de door TNS NIPO gestelde vragen onjuist en misleidend beantwoordden. De NZa verplichtte middels een aanwijzing de betreffende zorgverzekeraars om hun informatievoorziening te verbeteren zodat het foutenpercentage zou dalen tot onder de 10%.

De aangewezen zorgverzekeraars zijn hiertegen in bezwaar gegaan en hebben hangende de bezwaarprocedure met succes de voorzieningenrechter gevraagd om de aanwijzing te schorsen. Kern van de uitspraak is dat de NZa het onderzoek heeft laten uitvoeren door TNS NIPO en, zo blijkt uit de uitspraak, zelf niet beschikte over de antwoorden die de verzekeraars gedurende het onderzoek hebben gegeven. Aangezien de verzekeraars ook niet de beschikking kregen over de gevoerde telefoongesprekken oordeelt de voorzieningenrechter dat de verzekeraars in hun verdedigingsbelangen zijn geschaad. Voorts blijkt uit de door de NZa opgestelde scorekaart dat het doorverwijzen van een beller naar andere informatie of het niet kunnen geven van een inhoudelijk antwoord als “fout” is gerekend. De voorzieningenrechter acht een dergelijk antwoord echter niet misleidend. Daarnaast heeft de NZa de aanwijzing niet gegeven aan individuele zorgverzekeraars, maar aan groepen van zorgverzekeraars. De voorzieningenrechter beoordeelt deze werkwijze als te willekeurig.

Mocht u als zorgaanbieder of Wlz-aanbieder geconfronteerd worden met handhavend optreden van de NZa, dan is het verstandig om nauwkeurig de aard van de opgelegde aanwijzing en de onderbouwing van de NZa na te gaan en tijdig (binnen zes weken) bezwaar aan te tekenen als u vermoedt dat daaraan gebreken kleven. Datzelfde geldt als de aanwijzing onduidelijkheid laat bestaan over de wijze waarop u daaraan kunt voldoen. Het tijdig maken van bezwaar is cruciaal omdat anders de aanwijzing onherroepelijk wordt en formele rechtskracht verkrijgt. Dit kan in het nadeel van uw rechtspositie zijn indien de NZa na het opleggen van een aanwijzing overgaat tot het zwaardere instrument van de ‘last onder dwangsom’. Bij twijfel adviseren wij u daarom altijd binnen de termijn ten minste ‘pro forma’ bezwaar te maken zodat u tijd koopt om u op uw rechtspositie te beraden.

Dit is een Legal Update van Wouter Koelewijn en Bas Wallage. Klik hier voor pdf.

Voor meer informatie:

Wouter Koelewijn                                                                                Bas Wallage

+31 30 2595549                                                                                   +31 30 259551

wouterkoelewijn@vbk.nl                                                                      bastiaanwallage@vbk.nl